Het factuurstelsel:

In de meeste gevallen bent u verplicht het factuurstelsel te hanteren. Dit stelsel zegt dat u het geld al verdient op de factuurdatum.
Dit heeft voor u als voordeel dat u hierdoor een resultatenrekening krijgt waar de hoogte van de inkomsten op een bepaalde datum niet afhangt van hoe snel uw klant een factuur betaalt.
Ten tweede is het (op het moment dat uw organisatie BTW afdraagt) in veel gevallen verplicht om het factuurstelsel toe te passen en dus de BTW af te dragen bij de aangifte over de periode waarin de factuur verstuurd is.

Ook in het geval van uitgaven dient u de uitgave te boeken op de factuurdatum die uw leverancier heeft vermeld. Hierbij wordt de voorbelasting dus ook op die datum verrekend.

Het kasstelsel:

Bij het kasstelsel verdient u het geld op het moment dat u dit binnenkrijgt. Het traditionele voorbeeld is de marktkoopman, hij verkoopt zijn goederen en ontvangt hier doorgaans direct het geld voor. Als hij incidenteel toch een factuur verstuurd, dan boekt hij voor de eenduidigheid de inkomsten pas op het moment dat het geld binnenkomt.
U mag het kasstelsel in sommige gevallen toepassen. De belastingdienst zegt hierover “Het kasstelsel geldt voor ondernemers die voornamelijk goederen of diensten aan particulieren leveren”. Een stelregel hierin is als je als ondernemer meer dan 90% aan goederen of diensten levert aan particulieren moet je gebruik maken van het kasstelsel. Winkeliers (waaronder webwinkels), marktkooplieden, kappers, schoonheidsverzorgingsbedrijven en tal van andere ondernemers die veelal zaken doen met particulieren.

Op de website van de belastingdienst vind je meer informatie over dit onderwerp.